Het blijft één van de meest gestelde vragen van klanten: “Welke naalddikte moet ik gebruiken voor dit garen?” Ik benadruk altijd dat de naalddikte die op het label staat slechts een indicatie is.En dat die keuze sterk wordt beïnvloed door meerdere factoren. De belangrijkste twee zijn jouw hand van breien of haken (los of vast) en het soort project dat je voor ogen hebt met dit garen.

Aanbevolen naalddikte

Zo staat er bijvoorbeeld op het label van Erika Knight Wool Local dat de aanbevolen naalddikte 3,25 mm is. Mijn proeflapje in tricotsteek geeft inderdaad een mooi, egaal breiwerk. Een vestje zou ik dus ook op naald 3,25 mm breien. Maar voor de Betty Shawl – een kantshawl van deze zelfde Wool Local – heb ik de 5,5 mm naalden aangehouden die het patroon aangaf. Het resultaat is een heerlijk soepel vallende shawl!

Proeflapjes breien

Brei vooral eerst één of meerdere proeflapjes voordat je gelijk het volle aantal steken opzet en enthousiast begint te breien (ik hoor het mezelf zeggen…) Maar onlangs ging ook ik te voortvarend van start. Met mijn Bramber shawl in Erika Knight Wild Wool. Een rechte sjaal waarin verschillende steken gebruikt worden. Het patroon geeft keurig aan wat de stekenverhouding moet zijn. Dat wil zeggen: per steek ligt die verhouding anders. Dus voor 6 verschillende steken wordt de stekenverhouding netjes beschreven. Volgens patroon allemaal op naalddikte 5 mm. Ik maakte proeflapjes voor de eerste 2 steken en die bleken keurig overeen te komen. Die ander 4 geloofde ik wel….

Switchen 

En daar ging ik dus de mist in! Terwijl ik bezig was met het breien van een nieuwe sectie in de shawl, zag ik de shawl al snel breder worden. Ik besloot alsnog een nieuw proeflapje te breien, dit keer een mini Bramber shawl met daarin alle verschillende steken. Bij één van de steken, in mijn geval de ‘herringbone stitch’ – blijk ik te moeten switchen naar naalddikte 4,5 mm. Nu lukt het me wel om de Bramber shawl overal even breed te houden.